Symbool bestaande uit een brede zuil met drie of vier horizontale zij-'takken' aan het boveneinde. Wat de djed-zuil voorstelt is nog altijd onzeker. Vele suggesties zijn gedaan en het merendeel daarvan is weer verworpen. Men zag in de djed onder meer een boom zonder takken of een uit bijeengebonden rietbundels ontstane zuil. Gesuggereerd is ook dat het een paal is met graan eraan gebonden. Een tekst in het Dodenboek legt uit dat de djed-zuil de ruggegraat van Osiris is. De zuil werd het teken van deze god via diens associaties met Sokar en Ptah, goden van de stad Memphis, de plaats waarmee de djed-zuil verbonden is. Als gevolg van de associatie met Osiris werd de djed-zuil ook wel afgebeeld met menselijke armen die koninklijke waardigheidstekenen vasthouden. De betekenis van het symbool was 'duurzaamheid/stabiliteit. Het werd vaak verbonden met andere heilbrengende symbolen, zoals de 'Anch', de was-scepter en het als Isisbloed aangeduide teken. Alleen of in combinatie met deze andere tekens werd de djed-zuil vaak gebruikt als decoratief element. Daarnaast kwam het teken ook voor als amulet. Veel exemplaren zijn van faience, maar ook andere materialen werden voor de vervaardiging gebruikt. Het Dodenboek zegt dat een djed-zuil van goud aan de hals van de mummie gelegd moet worden. Het ritueel van het oprichten van de djed-zuil, uitgevoerd als afsluiting van het jaarlijkse Sokarfeest, was een symbool voor de herrijzenis. Aanvankelijk ging het daarbij waarschijnlijk om de wederopstanding van Sokar, maar al spoedig stond het ritueel ook voor de overwinning van Osiris op de dood en op diens vijanden. Met name in Boesiris (in het Egyptisch 'Djedoe') werd dit ritueel opgevoerd, in ieder geval al in het Middenrijk, maar waarschijnlijk al eerder. De naam van de stad wordt namelijk met de hiƫroglief van de djed-zuil geschreven.