Hoofdstad van de 6e Opper-Egyptische gouw en belangrijkste cultusplaats van de godin Hathor. De moderne naam gaat terug op de Oudegyptische aanduiding (Iunet van de godin, in het Egyptisch 'Iunet-ta-netjeret', waarvan het laatste gedeelte in de Late Periode waarschijnlijk werd uitgesproken als Tantere). Al in het Oude Rijk zouden hier bouwactiviteiten ten behoeve van een tempel voor Hathor ontplooid zijn, onder meer door Cheops en Pepi I. Ook in de 18e dynastie, onder Thoetmosis III, is aan de tempel gebouwd. Archeologische bewijzen hiervan zijn niet gevonden, maar inscripties in het huidige bouwwerk vermelden dit. De thans zichtbare tempel voor Hathor is gebouwd in de Grieks-Romeinse periode. Nabij werd onder de Romeinse keizer Augustus ook een aparte tempel voor Isis gebouwd, vanwaar een tempelweg, bestemd voor processies, naar een andere nabij gelegen tempel, gewijd aan Horus van Edfoe. Dit laatste heiligdom gaat aanwijsbaar terug tot het Middenrijk. Het was bestemd als woning voor Horus, wanneer deze tijdens een der grote feesten naar Dendera reisde om Hathor, die gold als zijn echtgenote, te bezoeken. Nabij liggen ook twee door Nectanebo I en Augustus gebouwde mammisi of geboortetempels, gewijd aan Harsomtus of Ihi, het kind van Hathor en Horus. Ook diverse andere kapellen liggen in de nabijheid.