De schatmeester Meri-re laat zich hier bij het ontvangen van een dodenoffer voorstellen in zijn prestigieuze functie van opvoeder van de prins. Op zijn schoot zit de koningszoon die hij een vrucht aanreikt. Het kind draagt evenals zijn leraar een geplisseerd kleed. Hij draagt een zalfkegel op het hoofd dat getooid is met de jeugdlok, een vlecht of haarstreng aan de zijkant van het verder kale hoofd. Volgens de opschriften is de naam van de prins Si-Atoem; uit nog slechts één andere bron is in de betreffende periode een koningszoon met deze naam bekend.
Een offer dat de koning schenkt aan Re-Horachte, de enige god, die van waarheid leeft, zodat hij maakt dat mijn lichaam voortduurt zonder dat het verloren gaat, dat mijn ziel rust in zijn plaats elke dag, zodat hij verheerlijking schenkt in de hemel bij Re, macht op aarde bij Geb voor de Ka van de [schatmeester Meri-re]. Een offer dat de koning aan Ptah-Sokaris schenkt, de heer van Sjetit, zodat hij schenkt offerbroden en spijzen, voeding en eten die elke dag duren, voor de Ka van de vorst en graaf, de zegelbewaarder van de koning van Neder Egypte, de enige vriend, de schatmeester Meri-re (PN 160, 23), [gerechtvaardigd.]... Offergaven. Vereren van uw schoonheid elke dag, .... de verheerlijkten van de Dat door de vorst en graaf, de schatmeester Meri-re. Hij zegt: "Gegroet Re-Horachte-Atoem, heer van beide landen, hij van Heliopolis. Moge u geven dat ik onder de geloofden ben op de plaats van gerechtigheid. Zijn zuster die hij liefheeft, zijn favoriet, die de goede god looft, de dame van het huis Baket. De vorst en graaf, chef van de opvoeders van de prins van de goede god, de schatmeester Meri-re. De koningszoon die zijn vader liefheeft Si-Atoem. Zijn zuster die hij liefheeft, zijn favoriet, die de goede god looft, de dame van het huis Baket-Amon, gerechtvaardigd. Hun dochter Tay. Voor uw Ka een bloemenruiker van Ptah met het schone gezicht. Hij looft u, hij heeft u lief, hij laat u duren. Moge hij u een lange levenstijd geven zodat u de vreugde volgt. Een offer dat de koning geeft aan Osiris, de heer van Boesiris, de grote god, heer van de eeuwigheid, zodat hij schenkt een dodenoffer van brood, bier, vlees, gevogelte, linnen en albast, wierook, [zalfolie], koel water, wijn, melk en alle goede en reine dingen waarvan een god leeft, het ademen van de zoete noordenwind [...] voor de Ka van de vorst en graaf, de koninklijke schrijver, chef van de domeinen van de majesteit van de koning [Meri-re].
Bibliografie
Bergmann, E. von, Inschriftliche Denkmäler der Sammlung ägyptischer Alterthümer des österreichisches Kaiserhauses, in: Recueil de Travaux rélatifs à la philologie et à l'archéologie égyptiennes et assyriennes (RecTrav) 9 (1887) 47, Nr. 18.
Hüttner, M. & H. Satzinger, Stelen, Inschriftsteine und Reliefs aus der Zeit der 18. Dynastie. Corpus Antiquitatum Aegyptiacarum (CAA) Wien 16 (In Begutachtung).
Kunsthistorisches Museum (KHM). Führer durch die Sammlungen. Wien. 1988.
Satzinger, H., Das Kunsthistorische Museum in Wien. Die Ägyptisch-Orientalische Sammlung. Zaberns Bildbände zur Archäologie 14. Mainz. 1994.
Katalog "Egypt's Dazzling Sun. Amenhotep an his World", Cleveland (1992).