glossariumclose

Min

Min.jpg

God van de vruchtbaarheid en beschermer van de woestijnen en buitenlandse gebieden, in het bijzonder de landen ten zuiden van Egypte en de regio's in de oostelijke woestijn waar mijnbouw gepleegd werd. Min treedt steeds daar op waar regeneratie, vruchtbaarheid en mannelijke potentie een rol spelen. Rituelen rond de god maakten bijvoorbeeld deel uit van de kroningsceremonie en het Sed-festival, teneinde de regeneratie van farao te verzekeren. Min werd al in predynastieke tijd vereerd, blijkens het voorkomen van het embleem van de god op aardewerk uit die periode. Dit embleem werd ook het teken van de negende Opper-Egyptische gouw, waarvan Koptos de hoofdplaats was. Min werd geassocieerd met deze stad, die lag nabij de ingang van de Wadi Hammamat, waar steengroeven en goudmijnen gelocaliseerd waren. Min had echter ook een relatie met de plaats Akhmim, dat in de Griekse tijd Panopolis werd genoemd, aangezien de Grieken Min met Pan associeerden. Ten laatste in het Middenrijk is, via de verbinding van Min met het koningschap, zijn cultus versmolten met die van de koningsgod Horus. Via deze kon Min ook wel gezien worden als zoon van Isis. Ook trad Min zelf op als lid van een triade, waarin Isis zijn eega is en Horus zijn zoon. In Nieuwe Rijk beschouwd als manifestatie van Amon als schepper- en oergod. Min is meestal ithyfallisch afgebeeld als mummie, met opgeven arm met een dorsvlegel erin; hij draagt een kroon waarvan een band op de rug van de god hangt en waarop zich twee veren bevinden. Bij Min worden vaak langwerpige sla-planten afgebeeld, staand in een in vakken verdeelde akker die later door de Egyptenaren zelf is geïnterpreteerd als offertafel. Al vanaf het late Oude Rijk had Min associaties met deze planten; men heeft wel een band gesuggereerd tussen menselijk sperma en het witte plantensap.