Griekse benaming voor de god Iniheret, 'Hij die de verre (godin) gebracht heeft', een benaming die op een late interpretatie van bepaalde mythen teruggaat. Daarin wordt verteld hoe het oog van de hemel- of zonnegod ver van haar bezitter vandaan ging en vervolgens door Onoeris werd teruggebracht. Deze mythe was versmolten met een vergelijkbaar verhaal waarin Onoeris de leeuwin Mehit, vanouds samen met hem vereerd in This in de gouw van Abydos, uit de woestijn terughaalde. Ook het oog van Re werd wel als leeuwin gezien en kon dan als Sachmet geduid worden, met wie ook Mehit wel geïdentificeerd werd. Onoeris was een jager en strijder, die niet alleen de vijanden van Egypte vernietigde maar ook vocht tegen die van de goden, zoals Apophis. Voor zijn strijd was hij uitgerust met een speer en een lasso. Teksten uit het Nieuwe Rijk noemen Onoeris 'de god der goden', 'de koning van de hemel' en 'hij die uit zichzelf ontstond', hem daarmee makend tot schepper- en zonnegod. Ook met andere goden uit het pantheon ging Onoeris verbindingen aan. Zo werd hij vereerd als Onoeris-Shu; Shu was degene die in weer een andere versie van het verhaal het verre oog terughaalde, in dit geval als de godin Tefnoet, die zelf ook weer als leeuwin gezien kon worden. De mythen rond het oog gaven Onoeris verder trekken van Thoth, die immers het oog van Horus genas. Ook met de oorlogsgod Montoe werd Onoeris verbonden, waarbij mogelijk weer een andere rol van hem als Horus ('met de sterke arm') een rol speelde. Door zijn eigenschappen als strijder werd Onoeris door de Grieken met Ares geïdentificeerd. Afbeeldingen tonen de god in menselijke gedaante, meestal met speer en touw. Een enkele maal heeft hij de kop van een valk. Op zijn hoofd staan vier hoge veren. De cultus van Onoeris is in de regio van Abydos voor het eerst bewijsbaar. In de Late Periode werd door Nectanebo II een tempel voor Onoeris-Shu ge- of herbouwd in Sebennytos in de Delta.