Vanaf het Nieuwe Rijk hadden de Egyptenaren de gewoonte om funeraire teksten die ontleend waren aan het Dodenboek met de overledene mee te geven. Ze werden geschreven op lijkwaden, grafwanden, funeraire voorwerpen zoals oesjabti's of scarabeeën, en vooral op papyrusrollen, die in de mummies gewikkeld werden. Het Dodenboek van de beeldhouwer Neferrenpet dateert van ongeveer 1250 voor Christus. De teksten, geschreven in zogenaamde cursieve hiërogliefen, zijn in verticale kolommen opgesteld. Ze zijn vergezeld van afbeeldingen, "vignetten", die hun magische inhoud versterken. De overledene werd geacht de spreuken te reciteren om zo de gevaren van de Onderwereld te trotseren.
INEENGEVLOCHTEN; GETEKEND; GESCHILDERD; GESCHREVEN MET EEN SCHRIJFRIET/RIETPEN
Hoogte
25 cm
Bibliografie
(M. Werbrouck,) Musées Royaux d'Art et d'Histoire, Bruxelles. Département égyptien, Album, Bruxelles 1934, pl. 99
J.-Ch. Balty, e.a., Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, Oudheid - Musées Royaux d'Art et d'Histoire, Bruxelles, Antiquité - The Royal Museums of Art and History, Brussels, Antiquity, Bruxelles 1988, 8-9
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Algemene gids met plan - Musées Royaux d'Art et d'Histoire. Guide général et plan, Bruxelles 1989, 13
L. Limme, in Schrijfkunst uit het Oude Egypte - Écritures de l'Égypte ancienne, Bruxelles 1992, 36-37
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Jubelparkmuseum - Musées royaux d'Art et d'Histoire, Musée du Cinquantenaire - Königlichen Museen für Kunst und Geschichte, Jubelparkmuseum - Royal Museums for Art and History, Cinquantenaire Museum, Bruxelles 1994, 17
Ch. Freeman, L'héritage de l'Ancienne Égypte, Oxford 1997, 30
E. Varga, Napkorong a fej alatt, Boudapest 1998, 102 et fig. 10
B. Lüscher, Untersuchungen zu Totenbuch Spruch 151, Wiesbaden 1998, 4