glossariumclose

Aker

Aker.jpg

Oude god, de belichaming van de aarde, al vrij snel in betekenis overschaduwd door de aardgod Geb, lid van de Enneade van Heliopolis. Hoe men zich Aker voorstelde blijkt uit teksten en afbeeldingen. In het Oude Rijk werd zijn naam vaak gedetermineerd met het teken voor aarde, een langgerekt en plat teken. Ook afbeeldingen tonen de god in deze vorm, met aan de zijkant een menselijk hoofd. Omwille van de symmetrie werd al spoedig een tweede hoofd aan de andere kant toegevoegd en later verschenen aan beide zijden ook de voorpoten van een leeuw, zodat het beeld van een dubbele sfinx ontstond. Dikwijls is op de rug tussen de hoofden van Aker de zonneboot afgebeeld. Veel graven in het Dal der Koningen bevatten dergelijke scènes. De betekenis ervan is dat de zon, na de reis door de aarde gedurende de nacht, 's morgens weer uit Aker verschijnt. Ermee verwant is de afbeelding in het Dodenboek van twee rug aan rug zittende leeuwen, tussen wier ruggen de uit de horizon verrijzende zon is afgebeeld. Deze twee leeuwen worden door teksten geduid als de belichaming van het oosten en het westen of van gisteren en morgen, maar ook van het leeuwenpaar Shu en Tefnoet. Een hoofdsteun uit het graf van Toetanchamon bevat niet alleen een afbeeldingen van de twee leeuwen, maar ook van Shu terwijl deze het hoofd, symbool van de zon, opheft. Aker is derhalve een god die aan de ene kant het duister van het verblijf in de aarde symboliseert, een door de dode gevreesde plaats, maar aan de andere kant vooral staat voor hulp aan de dode. Niet alleen bewaakt Aker de in de aarde levende slangen die de dode bedreigen (parallel daaraan beschermt Aker de zonnegod tegen Apophis), maar ook kan deze uit de god herrijzen in de dag. Om die reden zijn amuletten in de vorm van Aker wel aan de dode meegegeven.