Blauwgeglazuurde oesjabti van de Amonpriester Padimoet, met hoofdband, korf, in iedere hand een hak en een kolom hiƫrogliefen waarin de eigenaar wordt genoemd. In de 3e Tussenperiode had iedere groep van tien arbeideroesjabtis een opzichteroesjabti aan het hoofd. Deze droeg een zweep inplaats van een hak en een korf, om het werk op gang te houden.