glossariumclose

Onderwereld

Underworld.gif

De Egyptenaren stelden zich de wereld aan 'gene zijde' heel concreet voor. Daarbij wordt zowel gedacht aan het leven na de dood als de wereld waarin de goden, in het bijzonder de zonnegod, zich tijdens de nacht (dus na de dagelijkse dood van de zon) bevonden. Reeds in de Piramideteksten van het Oude Rijk is sprake van een onderwereld, die wordt aangeduid als 'Doeat'. In sommige teksten bevindt deze zich in de (nacht)hemel, waar de bewoners van de 'Doeat' als sterren leven. De Piramideteksten benadrukken in hoge mate het hiernamaals in de hemel. Daartoe wordt de dode opgeroepen naar de hemel op te stijgen via een ladder, op een stofwolk of in een wervelwind, als sprinkhaan, op of als een vogel enzovoort. Niettemin kennen de teksten ook eenonderwereld die zich in of onder de aarde bevindt. Voor de Egyptenaren waren dit niet met elkaar in tegenspraak zijnde voorstellingen, maar verschillende, manieren om aspecten van de werkelijkheid te beschrijven. Vanaf het Middenrijk wordt de schildering van de onderwereld concreter. Zelfs complete landkaarten ervan zijn op de bodem van een aantal sarcofagen aangebracht. Een nog latere uitwerking zijn de funeraire teksten uit het Nieuwe Rijk, zoals het Amdoeat en het Poortenboek. Deze zijn te vinden in de graven in het Dal der Koningen. Vooral het Amdoeat (Egyptisch 'Imy(t)-Doeat', 'Datgene dat in de onderwereld is') schildert de regio's waardoor de zon gedurende de nacht reist, inclusief de bewoners daarvan. Zelfs worden concrete maten gegeven en bijvoorbeeld de onheilspellende geluiden van die wereld beschreven. In verband met de parallel met de onderwereld kunnen ook duistere ruimten van het graf en de tempel, zoals crypten, met de term 'Doeat' worden aangeduid. Tenslotte is de 'Doeat' ook tot godin, moeder waaruit de dode herboren wordt, gepersonifieerd.