Het flagellum (nechacha) in de linkerhand van de koning houdt gedurende de hele geschiedenis van Egypte ongeveer de vorm die het al heeft op het Narmer-palet.
Qua vorm lijkt het op de vliegenmepper, maar is te onderscheiden door het hoekige aanzetpunt bovenaan het handvat, waaraan drie strengen van afgeplatte kegels, cylindrische kogels en druppelvormige objecten hangen. Hoewel ook wel geassocieerd met andere goden, zoals Min, hoort het flagellum het meest bij Osiris. Er is een traditie dat deze hem gekregen zou hebben van Anedjti, the goddelijke macht (en embleem) van de Neder-Egyptische negende gouw.
Als embleem van Osiris wordt het flagellum uiteindelijk toegekend aan iedere dode. Er is onduidelijkheid over de betekenis van dit object. Volgens de traditie gaat het om een herderszweep, maar het is ook wel verklaard als symbool van geboorte (lijkt op hiƫroglief ms) of als een landbouwwerktuig voor het verzamelen van laudanum, zoals dit nog steeds gebeurt op Kreta en Cyprus.