De inscriptie vermeldt, in de laatste fase van de Egyptische taal, dat de stèle is opgericht ter nagedachtenis van vader Victor. Hoewel het schrift en het geloof christelijk zijn, leeft het faraonische verleden door in twee van de namen van de Koptische vaderen die worden aangeroepen: Anoep (oorspronkelijk verwijzend naar Anoebis, de god van de mummificatie) en Pamoen (oorspronkelijk 'de man die behoort aan de god Amon').