glossariumclose

Lotus

Lotus.jpg

In het Oude Egypte kwamen twee soorten lotus voor: de witte lotus en de blauwe lotus.
Het meest geliefd was de zoet geurende blauw lotus, met elegante spitse knoppen en kelkvormige bloemen. Hoewel deze bloem tegenwoordig ten gevolge van klimaatverandering en grondontginning alleen nog in de Delta in het wild voorkomt, was zij in het Oude Egypte wijd verbreid. Behalve dat de lotusbloemen als versiering zeer op prijs werden gesteld vanwege hun geur en fraaie uiterlijk, werden de wortels gebruikt als voedingsmiddel. Daarnaast had de lotus een symbolische betekenis.
De bloem was een symbool van regeneratie en verbonden met de cyclus van de zon: haar kelk die, drijvend op het water, zich 's avonds sluit en 's morgens weer opent, werd gezien als verwijzing naar het dagelijks verschijnen van de pas geboren zonnegod in een lotusbloem, drijvend op het oerwater. In de loop der tijd werden ook andere, meestal met Harpocrates geïdentificeerde, goddelijke machten in hun kindaspect met de lotus geassocieerd. Daarnaast was de blauwe lotus ook verbonden met de god Nefertem, in wie de levenbrengende kracht van de oerlotus zelf is gepersonifieerd: wanneer deze 'ziel van Re' zich 's morgens opent, stromen het licht en de heerlijke geur over de wereld.
De symbolische waarde van de lotus zorgde ervoor dat haar vorm menig gebruiksvoorwerp siert; zo hebben vele kelken de vorm van een lotus en zijn schalen vaak met lotusbloemen versierd. Als symbool van wedergeboorte is de lotus een vast onderdeel van graf- en sarcofaagdecoraties, vaak in combinatie met de qua symboliek aan haar verwante scarabee.